Maandag 21 augustus heb ik Florida verlaten. Volgende staat: Georgia. In Florida 450 kilometer gefietst. Warm en vochtig. Temperaturen oplopend tot 36 graden en aan het eind van de begin standaard een fiks staaltje onweer en regen.
Georgia, vernoemd naar koning William II van Groot-Brittannië, ooit een kolonie van het Britse emperium (….). Met een twijfelachtige geschiedenis op het gebied van de slavernij.
Het gebied waar ik doorheen fiets, is een en al landbouw. Vruchten (The Peach State), groenten, noten en natuurlijk katoen. Tientallen, honderden kilometers achtereen.
Een van de grootste plaatsen waar ik doorheen kom, is Albany.
Geboorteplaats van Ray Charles. Zijn ‘ Georgia on my mind’ is het officieuze volkslied.
Van verschillende kanten krijg ik de vraag hoe Amerika mij bevalt.
Mij, als niet-zo-Amerikaans-georiënteerde buitenstaander. Eigenlijk nooit zo verwand gevoeld met de USA.
Vooropgesteld, ik ben er nu net een week en ik zal mijn mening nog best wel even bijstellen. Maar het beeld van de USA dat ik tevoren had, de wapencultuur, de scheiding der rassen, het gevaar van de terreur, het overdreven ‘howareyoudoing’ …
Dat valt me alles reuze mee. De mensen zijn gewoon erg aardig, zijn ook oprecht geïnteresseerd wat ik nu op zo’n tweewielig gevaarte aan het doen ben. Kijken nog geeneens zo vreemd op als ik zeg dat ik een fietsreis coast to coast doe.
De wegen zijn erg goed. Er is meestal een prima ‘shoulder’ -vluchtstrook- waar ik mijn werk op doe. De allergrootste wegen, de interstates, zijn uiteraard verboden voor een fietser. Maar alle andere wegen zijn gewoon toegankelijk voor tweewielers. Dat kunnen rustig 2×3-baanswegen zijn. Vooral rond de grote steden is het dan erg druk. Maar de kleinere wegen, vooral hier in Georgia, zijn over het algemeen redelijk rustig. Al is het nog geen Australië, waar je tijden geen verkeer tegenkwam. Maar goed, in Australië zijn er iets van 15 miljoen mensen en hier 440 (miljoen). Dat scheelt…
Ik overnacht tot nu toe steeds in motels. Die waren in het begin nog wat moeilijk te vinden, maar nu ik het land wat leer kennen, weet ik ook waar die ovrenachtingsplekken zijn:
Rond de grotere steden en in de buurt van de grote wegen. Ook al is het hier weer geen Australië, waar je in elk klein dorp wel een motel had.
Mijn dagritme is heel eenvoudig. Fietsen is way-of-life geworden.
Elke wereldfietser weet dat je even een paar dagen in het ritme moet komen en daarna weet je niet beter. Fiets is je huis en die parkeer je alleen om te overnachten.
Ik sta om 7 uur op, ontbijt en pak in. Rond 9 uur vertrek ik. Dan stukken van 25 a 30 kilometer. Tegen 4 a 5 uur stop ik ermee. En dan is het ook wel erg warm geworden…
Wat het weer betreft: weinig veranderingen. In de vroege ochtend begint t met 26 graden Celsius en dat loopt in de dag op tot 35. een hoge vochtigheidsgraad. Na 10 minuten fietsen ben ik al doorweekt van transpiratie. Ondanks het klimaat vinden ze t zelf ook wel wat warm dit jaar. Koeler weer op komst. Is welkom! Regen van betekenis niet gehad. Alleen in Florida aan t eind van de dag, maar dat is hier niet meer het geval.
Inmiddels heb ik Georgia ook alweer bijna gehad. Ik schrijf dit stukje in de bibliotheek van Cuthbert, in het zuidwesten van Georgia. Lekker koel, met de airco aan. Wat een geweldige uitvinding voor mensen die in dit subtropische klimaat moeten leven en werken. Geen binnenplek zonder airco.
De kilometerstand staat nu, na een week fietsen, ruim 700. Inderdaad, zo’n 100 per dag. Eén dag heb ik er 130 moeten doen en dat in de kokende hitte… Wat was het lekker, even bij een tankstation met het hele lijf onder het redelijk koele water uit de tuinslang…
Nog een kilometer of 40 vandaag en dan wacht de volgende staat: Alabama.
Sweet Home…
Johan, Ik geniet van je verhalen. Leonhard gaat ze ook lezen, want je schrijft best wel wat over de geschiedenis en dat is zijn ding hè.
Groetjes, Ankie
Vrienden van me, die ook geheel niet Amerika-minded waren waren een paar jaar geleden 3 maanden in de VS, met fiets en ook met het OV gereisd. Ook zij vonden de mensen erg vriendelijk. Toen ze na een dag fietsen moe waren en geen camping of overnachtingsplek konden vinden mochten ze bij allervriendelijkste mensen in de tuin staan en mee-eten etc.