Ierland publicatie

UITDAGEND IERLAND
(Publicatie in “Fietsplan”, nieuwsbrief van de Europafietsers, 2016/2)

Ierland blijft trekken als fietsland. Deze zomer van 2016 is het alweer de vijfde keer dat ik mijn fietsvakantie in Ierland doorbreng. De laatste keer 13 jaar geleden, de eerste in 1992. Toen meende ik in een vlaag van jeugdig enthousiasme het hele eiland wel in drie weken te kunnen rondfietsen. Die onmogelijkheid werd me indertijd al meegegeven tijdens een van mijn eerste Bed & Breakfastovernachtingen. En nu pas, na inderdaad het vijfde bezoek aan het eiland, kan ik zeggen dat ik “heel” Ierland befietst heb.

Qua oppervlakte is Ierland bijna twee keer zo groot als Nederland. Doorkruis je het land in een rechte lijn van de ene kust naar de andere, ben je met de wind uit de juiste richting in een dag of vijf over. Dan fiets je echter door het minder aantrekkelijke, ‘vlakke’  binnenland. De schoonheid van het land zit ‘m in de enorme kustlijn. Die meet met alle inhammen, baaien, eilanden en schiereilanden bijna 6000 km. Die kustlijn varieert van fraai via spectaculair tot ‘breathtaking’. De Wild Atlantic Way.

Voor mooi zomerweer moet je hier niet zijn. Het is droog maar grijs, af en toe miezert het. Soms een flinke bui. Soms de zon. Four Seasons in a Day. De laatste twee dagen werd het plots fraai zomerweer met maximumtemperaturen rond de 24 graden. ‘Boiling hot’, aldusn de locals.

Ik koos er dit jaar voor om in delen te gaan fietsen waar ik nog niet eerder geweest was, aangevuld met eerder bezochte delen om oude herinneringen op te halen. Vergelijken met hoe het vroeger was. De EU-gelden zijn aan Ierland wel besteed; het land transformeerde in 25 jaar van een van de armste EU-landen tot een welvarende staat waar weinigen te klagen zullen hebben. De op turf gestookte cottages maakten plaats voor vrijstaande bungalows waarvan een niet onaanzienlijk gedeelte nu onderdeel uitmaakt van een oneindig netwerk aan B&B’s. Het toerisme kreeg een enorme boost. Moest je in het verleden zelf op zoek naar de toeristische attracties, tegenwoordig staat elke county vol met de bruine toeristische borden om de weg te wijzen naar het volgende middeleeuwse kasteel of naar weer zo’n weids panorama over een van de schiereilanden.

Om fietstijd te winnen had ik een vlucht geboekt vanaf Schiphol. Het gedoe met fietsdozen en ellenlange incheckprocedures trotserend sta ik een paar uur later met maatje Fiets aan de voor ons verkeerde kant van de weg bij Dublin Airport. Vanaf daar gaan mijn eerste fietskilometers eerst dwars door de Ierse hoofdstad. Om Dublin aan de zuidkant weer te verlaten, waar de weg meteen pittig omhoog gaat. De Wicklow Mountains in. Maximale hoogte 505 meter (Sally Gap) en een dag later de onhergbergzame Wicklow Gap door.
Steile stukken, smal wegdek. Maar de grootste tegenstander van de eerste twee weken meldt zich meteen: Wind. Het grootste gedeelte van het jaar waait de wind in Ierland uit de zuidwesthoek. En waait deze dagen stevig.

Mijn volgende reisdoel is het zuidwesten van Ierland. Al eerder had ik schiereiland Dingle en de Ring of Kerry gedaan (vanzelfsprekend; elke Ierland-toerist begint dáár, getuige ook de vele, vele toeristenbussen). Ik doorkruis de counties Carlow, Kilkenny, Tipperary (it’s a long way!) om uit te komen in Skibbereen in county Cork. Ierland telt 32 counties –graafschappen- en dat is inclusief de zes in Noord-Ierland. Ook zeer de moeite waard overigens! Ik ben op weg naar de drie rustigste schiereilanden in het zuidwesten, nog maagdelijk onontgonnen zonder massatoerisme.

Een week zuidwest 4 à 5-tegen heeft mijn conditie al aardig op de proef gesteld en die beproeving zal de komende week alleen maar nog zwaarder worden. De drie opeenvolgende peninsula’s Mizen Head, Sheep’s Head en de Ring of Beara zijn voor wie van woeste natuur en pittoreske kustdorpjes houdt van wonderschone pracht. Alle drie de loops vinden plaats in een groteske ‘end-of-the-world’-omgeving en wie in al die woestheid niet opziet tegen geregeld masochistische zelfkastijding -de combinatie harde tegenwind en de niet te onderschatten steilte van de hellingen die als een muur voor je opdagen- , die zal in alle rust volop van de daar nog ongerepte natuur genieten.

Ik overnacht bij B&B’s, zet mijn tent een paar keer in the wild en op de kleinste camping ooit meegemaakt; de achtertuin van een van de schitterende gekleurde huisje in Eyeries, pal aan de Atlantische kust. Waar de wind ’s nachts aantrekt tot een heuse zomerstorm.

Na het bereiken van het verste punt op elk schiereiland, keert de weg zich naar het noordoosten en heb ik de zuidwesterwind dus mee. Eerst reken ik mezelf rijk, maar ik kom van een koude kermis thuis. Profiteren van de harde meewind is onmogelijk. De smalle holderdebolderweggetjes, soms met los grind, soms met een strook gras in het midden, links en rechts nog slechts 50 cm open latend, maken het onmogelijk om harder dan 15 af te dalen. De afdalingen zijn zó steil en zó link dat ik een aantal keren vrees mijn remkabels te gaan breken. Ik weet me nog net staande te houden in een scherpe afdaalbocht. Ik kom nog net tot stilstand tegen de bumper van een tegemoetkomende automobilist die geschrokken opkijkt van zijn tegemoetkomende afdaler op twee wielen.

Nadat ik uiteindelijk, (toch!) zonder kleerscheuren en zonder fietsnarigheid arriveer in Killarney –dé trekpleister aan de Ring of Kerry- neem ik daar een dag vrijaf om lijf en ledenen bij te laten komen. Een dag later trekken de bergen van schiereiland Iveragh, waar ik in een grote en prachtige ronde om de hoogste berg van Ierland, Carrantuohill (1048 m), door het Killarney National Park, de Gap of Dunloe, Black Valley, over de Ballaghbeama Pass, waanzinnig geniet van dit winderige maar fascinerende land.

Na Killarney fiets ik door. Eerst naar Loop Head, het volgende puntige uitsteeksel. Omringd door machtige kliffen die honderd meter loodrecht de oceaan in duiken. Daarna naar plekken waar ik voorheen ben geweest; de Cliffs of Moher en het merengebied van Connemara. Waanzinnig mooie plekken, helaas inmiddels ontdekt door het massatoerisme. Mijn 23 dagen tellende fietsronde van Ierland telt uiteindelijk 1700 kilometers, het totaalaantal hoogtemeters van 16.000 verschilt niet eens zoveel van mijn drieweekse toer door de Alpen vorig jaar.

Johan Jambroes
Alkmaar
september 2016