Valencia

VALENCIA, Oost-Spanje. Zondag 1 april 2018. Kilometerstand 13.046 (USA 5746, Chili/Argentinië 6543, Europa 757)

De eerste twee weken in Europa zitten erop. Fietste ik vijf jaar geleden ‘linksom’, via Gibraltar, Sevilla en Portugal, nu gaat het dus langs de oostkust. Van Málaga via Alicante naar Valencia. Van Costa naar Costa; Costa del Sol, Costa Tropical, Costa de Almería, Costa Caluda en Costa Blanca.

Ik voeg er nog maar eentje aan toe, de Costa Waaia. Het leek er een paar dagen op dat ik de wind uit Argentinië meegenomen had naar dit deel van Europa. En een frisse wind ook, voornamelijk uit noord/noordwestelijke richting. Gisteren bijvoorbeeld. Een vlakke rit en maar 63 kilometer tot Valencia, maar het was hard werken van begin tot eind. Anders dan in Argentinië heb ik hier wel geregeld wel voldoende beschutting.

Tot dusverre is het heel afwisselend, het fietsen hier in Spanje. Was het gisteren vlak, de dag ervoor was het volledig anders. Dwars door het middelgebergte met een paar heerlijke cols die mij goed liggen: lang en niet te steil (5 tot 8%). Ik kwam voldaan en veel minder vermoeid aan dan na zo’n winddag.

Aan de Costa’s liggen natuurlijk de toeristenbadplaatsen, waarvan Benidorm tot dusverre wel de bekendste is. Eigenlijk helemaal niets voor mij, maar toch wel leuk om te zien waar m’n ouders vroeger ook zijn geweest. Ik maar denken dat Benidorm een pittoresk klein havenplaatsje was. Wie er ook geweest is, mag om zoveel naïviteit best even lachen nu. In Benidorm heb ik trouwens ook nog in de zee gezwommen. De temperatuur raakte daar twee dagen boven de 25 graden en het strand stroomde al vol met zonaanbidders.

Dat is de laatste dagen wat minder geschikt, het is nog geen twintig graden nu en met die frisse wind erbij komt zandstralen eerder aan de orde dan zonnebrandcrème. Om te fietsen echter, is deze temperatuur prima geschikt. Genoeg helder weer en ik probeer zon en celsius mee te nemen naar het noorden, want langzamerhand komt het eind van Spanje in zicht. Voor mij prettig en daarnaast heeft iedereen boven de Pyreneeën er ook wat aan.

Je begrijpt dat mijn tent er vooralsnog niet aan te pas is gekomen om te overnachten. Enerzijds omdat het gewoon te koud is om ’s nachts te kamperen, anderzijds omdat je hier een ruim scala aan hotels hebt. Die staan niet alleen in de badplaatsen, maar ook in de grotere steden. Zo waren steden als Almería (met fraai Moors fort), Cartagena (oude Romeinse vestingstad) en toch ook Benidorm de moeite waard om te bezoeken.

Kortom, afwisseling genoeg tot zover.
Valencia, waar ik vandaag een dag halt houd, is helemaal een bijzonder fraaie stad om een bezoek aan te brengen. Het oude centrum wijkt niet veel af van andere steden, maar deze stad -wat inwoneraantal betreft de derde grootste van Spanje- heeft een fantastische parel in de bedding van de rivier de Turia laten aanleggen: Architect Santiago Calatrava heeft het Ciutat de les Arts i les Cienciès ontworpen, inclusief operagebouw en waterzoo Oceanografic. Flitsend, futuristisch en fabelachtig.

Valencia is wat dat betreft een mooie opstap naar mijn volgende halteplaats: Barcelona.

Dit bericht is geplaatst in Wereldreis2: Europa. Bookmark de permalink.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *