BK 25.12 – GRIEKENLAND!

Dag 40, 41, 42 – PSATHOPYRGOS (Griekenland), zondag 15 juni 2025 kilometerstand 3027.

Route: Gjirokastër – grens Albanië/Griekenland – Ioánnina – Arta – Amfilochia – Agrinion – Antirrio – Psathopyrgos.

De laatste kilometers in Albanië gingen vervelend bergje-op. Zoals wel vaker lag de grens op een heuvelrug. Maar na 8 dagen en zo’n 550 kilometers niet-EU nu weer Europa in! De Griekse douanier die namens Europa mijn rentree controleerde, keek wat vreemd op van een Kroaats stempel dat bij wijze van souvenir in m’n paspoort was beland, maar hij had ook eigenlijk niet zo’n zin om zo’n langeafstandfietser te vervelen met onnodige formaliteiten.

Dus Albanië uit, Griekenland in. Weer een land waar ik nog nooit gefietst had. Nooit geweest was zelfs. Meteen al na het passeren van de grens de eerste bewegwijzering, in het Grieks. Dat is nou een taal waar ik me als niet-klassieker nooit in verdiept had. Tijdens deze fietsreis voelde ik me in het Albanees al behoorlijk analfabeet en daar kon nu het Grieks ook nog wel bij. Gelukkig worden de borden nog wel eens herhaald en dan in het ons bekende Latijnse schrift. Toch blijft het behelpen, die taal. Op zaterdag moest ik de route volgen naar Agrinion, maar op een gegeven moment stonden er drie plaatsnamen onder elkaar, in het Grieks, alle beginnend met een A -die letter bestaat ook in het Grieks- en toen was het toch even afstappen en Google raadplegen welke ik nou moest volgen.

(Al fietsmijmerend gingen m’n gedachten gisteren uit naar mijn fietsreizen vroeger…Ik pompte de banden op, vulde wat tassen en paddle-up-and-go! Niks Google Maps. Geen Komoot. Hoogtemeters?? Nee zeg. Hellingpercentages?? Neuh. Tandwielen voor en achter?? Zitten erop. Spakenspanning? Wassdat?? Schoenhoesjes, spiegeltje, fietshelm… niets van dat alles. Als er maar muziek mee was! De aloude walkman)

De tijden zijn veranderd. Met ruim 40 jaar fietservaring heb ik een fikse ‘meeneemlijst’ samengesteld die op internet als ‘paklijst’ is terug te vinden. Bang om niets te vergeten, heeft het er toe geleid dat ik nu met veel te veel ben vertrokken en de helft van de meegenonen spullen voor niets meezeul. Nog een mazzel dat ik op het laatste moment mijn dikke warme fleecetrui besloot niet mee te nemen. Goede keuze, zou ik nu zeggen. Bij 35 graden en dagelijks de volle zon op de helm. Ik fiets ook al de hele reis met de zon pal in m’n gezicht (naar het zuiden inmers), dus als er één attribuut is dat niet overbodig is, is het de zonnebril.

Ik heb sowieso niets te klagen over het weer deze reis. Slechts twee van de 42 dagen regen, al was dat ook wel meteen een hele zooi. Met het steeds zuidelijker komen, is de temperatuur ook zoetjes aan tot een climax gekomen. Ik mag tenminste aannemen en hopen dat we niet naar de (Amerikaanse ervaring) 40 gaan.

Het einddoel Athene is nu nog een km of 250 verwijderd van waar ik nu ben. Inmiddels zitten Fiets en ik op het schiereiland de Pelepponesus. Vanaf de grens meteen al een bordje ‘Athene’. In het Grieks dus. Maar dat wilde ik toen nog niet geloven, dat daar werkelijk ook Athene stond. Je gaat in Den Helder ook niet een bordje ‘Maastricht 330 km’ neerzetten, redeneerde ik. Hier dus wél: ‘Athene 436’.

De eerste paar dagen in Griekenland behoren niet tot de fraaiste van mijn reis. Ik ben op m’n best als ik tussen de bergen kan rondrijden en dan hoeft het ook weer niet steeds maar 10% omhoog te gaan. Maar een stukje mooie natuur, daar doen we het voor. Plus weer andere cultuur snuiven. Wat dat betreft was Albanië een cultuurshock -maar een interessante-, ik verwijs maar even naar mijn vorige verhaal op deze site. Griekenland is duidelijk een stuk verder dan de noorderbuur, maar West-Europa is het ook nu niet echt. Het wegdek is regelmatig allerbelabberst. Je verlangt bijna terug naar de Duitse fietspaden. Soms ook strak vlak asfalt, maar over het algemeen matig. Het Griekse verkeer doet het wel goed voor me. Vaak even een toetertje om aan te geven dat er van achteren wat nadert. Het meeste verkeer zit op de snelweg naar Athene, ik rijd voornamelijk over de oude weg die langs en om de snelweg heen gaat. Rijdt best relaxed.

Vandaag was de mooiste dag in dit aloude Hellas. Eerst een fraai stuk door de bergen, in alle stilte. Daarna de kust bereikt en een lief stuk over de boulevard van Mesolongi. Nog even gezwaaid naar vriendinnen J&L die hier ‘vlakbij’ op een eiland verstopt zitten. De -oude- weg ging daarna hoog boven de kust naar de Golf van Patras. Uitkomend in Antirrio waar een ferry me naar het schiereiland Pelepponesus bracht. Kwartiertje varen in plaats van een enorme brug, de Rio-Antirrio-brug, waar vanwege de veiligheid niet over gefietst of gewandeld mag worden. Fraai bouwwerk overigens, net klaar voor de Olympische Spelen van 2004 zodat de Olympische vlam over die brug richting Athene kan worden gebracht. Rennend, mocht toen wél.

Eenmaal aan de overkant veranderde het Griekse fietsbeeld volkomen. Foetsie met de bergdorpjes, foetsie met de kleine barretjes -ook hier weer de kerels!- en van harte welkom in het zomerse weekendparadijs dat deze kust -inmiddels de Golf van Korinthe- is. Schaars geklede jongemannen met uitbundige tattoo’s en jonge dames voorzien van topje en string gezellig op motor of scooter heen en terug scheurend van strand naar strand. Ik heb tenminste nog een helm op. Maar dat attribuut is waarschijnlijk niet voorradig in dit land. Ik ben een eenling met die helm en word als zodanig nog wel eens nagestaard want in dit land wordt maar weinig gefietst. En ook maar weinig gepraat met die eenzame fietser. Waar een babbeltje in het Albanees vrij snel gemaakt was, stokt het hier volkomen met de communicatie.

Opmerkelijk en eigenlijk schrijnend hoe matig (slecht) de gemiddelde Griek zich in bijvoorbeeld het Engels kan uitspreken. Had ik niet verwacht. Maar goed, aan alles komt een eind en dat einddoel Athene zit eraan te komen. Als het een beetje gaat zoals ik verwacht, kom ik woensdag die stad binnen. En dan even de tijd nemen om goed van alles te bekijken. En ook nadenken en plannen hoe we weer naar huis komen, Fiets en ik. Dat lees je waarschijnlijk in het volgende verslag, vanuit… Athene!

Geplaatst in Balkan 25 | 3 reacties

BK 25.11 – ALBANIË EN DE LANGE WEG NAAR EUROPA

DAG 36 t/m 39 – GJIROKASTËR (Zuid-Albanië), woensdag 11 juni 2025. Kilometerstand 2687.

Route: Tirana – Dürres – Lushnjë – Fier – Vlorë – Poçem – Tepelenë – Gjirokastër.

Tja, Albanië. Ik ben er nu bijna door, van noord naar zuid. Ik heb voornamelijk in het westen van het land gefietst, dat is grotendeels vlak. Het oosten zit volop in de bergen. Ben ik niet geweest. Het zuiden van het land is ook behoorlijk bergachtig. En dat heb ik wél gedaan. Vandaag nog, 91km en meer dan 1000 hoogtemeters. Prachtige omgeving, pittig om in te fietsen. Een weekje Albanië-indrukken.

Albanië moet het arnste land van Europa zijn, las ik geregeld. Een Tweede Wereldland? Derde Wereldland?? In Europa?? Al fietsend door dit in ieder geval lieve land, kwam de vergelijking met Chili in Zuid-Amerika vaak bij me op; de natuur, bergen, rivieren, zee. De wegen. Het leven op straat. De stalletjes. De vriendelijkheid van de mensen. De warmte… De laatste week is het (ruim) boven de 30°.

Albanië wil graag lid van de EU worden. Ze hebben nog een lange weg te gaan. En dat ligt zeker niet aan de mensen, die werkelijk enorm hartelijk en belangstellend zijn. Het land heeft nog een fikse inhaalslag te doen nadat het begin jaren 90 van de vorige eeuw brak met al wat naar het communisme riek. Enver Hoxha, de dictator die het land jarenlang in een ijzeren greep hield en het land in een compleet isolement van de rest van de wereld stortte, was overleden. In zijn geboorteplaats, Gjirokastër, overnacht ik toevallig vandaag.

Vanaf begin van deze eeuw probeert het land te moderniseren. De LEK is het officiële betaalmiddel, pinnen gaat lang niet overal. Maar de euro wordt best wel veel geaccepteerd. Mobiel internet is heel lastig, zoals ik vorige keer al noemde. Het land kent een paar religies; voor de helft Islamitisch en verder christelijk/katholiek. Was even wennen voor me; midden in de nacht door moskeegejengel uit de slaap gehaald te worden… De taal, het Albanees, is voor ons westerlingen volstrekt onbegrijpelijk. Ouderwets met handen/voeten kom je een heel eind. De jongere generatie beheerst het Engels. Italiaans gaat ook.

De wegen zijn grotendeels verrassend goed. Al heb ik ook een stuk van 30km gehad waar de Giro d’Italia kort geleden vast niet gepasseerd is. Spoorlijnen zijn er, maar zwaar verloederd. Ik heb geen trein zien rijden. Na de val van het communisme is die vervoersmogelijkheid eruit geraakt. Waarom zou je ook de trein nemen als er zoveel autobedrijven, garages en wasstraten zijn. In elk klein dorp wemelt het al van de autovoorzieningen. Albanië is een autoland, al wordt er ook wel wat gefietst.

Het land is heel divers op me overgekomen; de verwachte verkeerschaos in en om Tirana viel achteraf nog mee. Rond de grotere steden is het druk en wat moderner. Rijdend door de plattelandsdorpen waan je je echt nog een flinke sprong terug in de tijd. Overal barretjes en cafés. En standaard be-mand. Letterlijk. Het zijn altijd en overal kerels van middelbare en hogere leeftijd die de dag daar doorbrengen. Vrouwen zie je er niet. Die zijn voor de kinderen. Doen de boodschappen. Staan bij de stalletjes langs de weg. Stereotiep beeld. Maar is dat in landen als Portugal en Spanje ook niet het geval? En Griekenland, waar ik dan morgen binnenrijd?

Maar meer dan ook zijn nog de resten van de bouwsels van het communisme te zien. Zoals Fier, een afzichtelijke ooit-communistische industriestad waar eigenlijk gewoon een enorme shovel door al die leegstaande vervallen karkassen van gebouwen moet gaan. Die resten van weleer staan er nu alleen maar te verloederen en lijken als enige functie te hebben de merkwaardige geschiedenis van dit land in stand te houden. Daarentegen, een kilometer of 30 verderop, havenstad en badplaats Vlorë. Een heuse riviera met goed onderhouden gebouwen, kleuren, vlaggen, zon, zand en zee. Daar op de grens van de Adriatische en Ionische Zee heb ik nog even heerlijk een duik genomen. Toerisme! De bron van inkomsten waar dit land nu op inzet.

Maar: géén McDonald’s of zo in dit land. Nog wel van die voorzieningen die bij ‘ons’ allang niet meer bestaan: telefoonkaarten, wisselkantoren, groentewinkels/stalletjes, kledingmarkt. Geen Lidl, geen Ikea, geen Action. Albanië wil klaar zijn voor het westen. Maar het westen is nog niet klaar voor Albanië.

De Albanees is super vriendelijk en een trots vaderlander. Ik krijg geregeld de vraag wat ik van hun land vind. Natuurlijk positief. En dan meteen hand op hand en op hart. En als ik even roep dat ik uit ‘Olanda’ komt (ik zeg maar wat hoor hier, die paar woordjes Italiaans komen dan van pas), heb je direct ingang. Alsof er ineens een wifi-verbinding tot stand komt. “Aaah! Ollaaand! Alkmaar?? AZ Alkmaar!!” Waar gebeurd hoor, in een barretje in Fier. AZ all over the world.

Maar ook in dit land zijn er fikse verschillen in inkomstenklassen. Een groot deel van de bevolking moet gewoon echt heel arm zijn. Alleen al de dankbaarheid als ik een kleine fooi geef…, opmerkelijk!

Maar er zijn ook mensen die het beter hebben. Eigenaren van woningen, die ze verhuren. Toerisme, bron van inkomsten. Zeker de jongere generatie duikt daarin. Wars van het verleden van hun ouders of grootouders. Ik heb in heel leuke onderkomens overnacht. In Lushnjë, provinciestadje, een glanzend nieuw appartement met alle voorzieningen die je je maar kunt wensen. Gisteren in een heel leuk plattelandshotel. En vandaag ook weer in een prachtig appartement. Kosten, van 15 euro tot 40. Voor één nacht.

Weinig fiets-verslag dit keer. Fiets gaat gelukkig weer goed met het nieuwe wiel. En ik draai lekker mijn rondjes mee. Ik zit in een prima flow, kan me goed redden in de warmte (doet denken aan ons avontuur door de USA, mazzel dat we dát tussen de Trump-episodes door al gedaan hebben!) en ik geniet nog volop. Toch komt Griekenland nu echt wel heel dichtbij en dat is nu eenmaal het laatste land van mijn rijtje van deze reis. Al ben ik nog niet in Athene. Want dát is het echte einddoel. Maar mijn weg naar de EU zal een stuk korter zijn die Albanië nog heeft te gaan.

Geplaatst in Balkan 25 | 5 reacties

BK 25.10 – MONTENEGRO & ALBANIË

DAG 32 t/m 35 – TIRANA (ALBANIË), za. 7 juni 2025 kilometerstand 2434

Route: Dubrovnik – grens Kroatië/Montenegro – Herceg Novi – Kotor – Budva – Bar – grens Montenegro/Albanië – Shkodër – Lezhë – Laç – Tirana.

Na de pauzedag in Dubrovnik ging het weer verder in zuidelijke richting. Alsmaar de zon in het gezicht en de temperatuur stapje voor stapje zien toenemen. We zitten inmiddels op de 30°. De grootste drukte van de hele reis was tussen Dubrovnik en het bijbehorende vliegveld. Zo’n 20 kilometer bussen en taxi’s die toeristen vervoerden tussen luchthaven en stad. Plus de gewone toeristen, campers, caravans en de lokale bevolking. Een waar pandemonium en dat terwijl de route eerst enorm steil klom en vervolgens ook zo weer daalde. Een waar kunststuk dat er überhaupt ooit nog een vlak gedeelte voor een landingsbaan werd gevonden! Precies nà het vliegveld was het over met de drukte een kon ik me op gaan maken voor het volgende land in het rijtje: Montenegro. Wel de euro, geen EU, geen Schengen. Een échte grens dus met echte pascontrole.

Tja. Montenegro. Een land waar minder mensen wonen dan in heel Amsterdam en waar de verkeersregels mij niet duidelijk zijn geworden. Als die er al zijn. De gemiddelde Montenegrijnse automobilist doet gewoon maar wat uitkomt: tegen de richting inrijden, geen richting aangeven, rustig de auto’s naast elkaar zetten midden op de weg en een praatje doen, toeteren als gewoonte. De gevaarlijkste voor mij: in razende vaart tegemoetkomend verkeer dat elkaar inhaalt en zo vol op mijn weghelft komt. De frappantse: sta ik keurig met Fiets in de hand te wachten om over te steken. En bij groen doe ik dat. Zebrapad vrij. Geeft een buschauffeur gewoon vrolijk gas en kijkt mij vernietigend aan wat ik daar op het zebrapad doe…

Dat gebeurde dan in Kotor. Centrumplaats van de geweldig mooie Baai van Kotor, die ik in z’n geheel rondgefietst heb. Schitterende natuur, dat vreemdgevormde meer tussen die hoge bergen eromheen. Opgeslokt door het massatoerisme. Op het terras was het Nederlands de voertaal.Leuk stadje Herceg Nova. Kotor zelf ben ik snel uitgefietst, toen de bevolking van een Amerikaans cruiseschip met z’n duizenden de Stare Grad (oude binnenstad) enterde.

Na flink wat gehobbel en gebobbel wegens wegonderhoud, kwam ik weer bij de kustweg aan. De Jadranska, nu het vervolg in Montenegro. Ook déze weg zat weer boordevol schitterende panorama’s, maar telde een recordaantal hoogtemeters. Soms keek je zó de hoogte in, je afvragend hoe je dáár toch met Fiets moest gaan komen. Maar een kwartier later stond je dan weer daar bovenop, terugkijkend op de diepte waarvanuit je net omhoog gekrabbeld was. Via mondaine badplaatsen als Budva en Bar eindigde het Montenegrijnse avontuur en daarmee ook de verkeerschaos rondom die steden. Het laatste stukje Montenegro ging door de bergen, over een smal en kwalitatief zeer matig weggetje. Waar ik nog een gezellig gesprek had met twee Australische fietsers die me tegemoet kwamen.

Niet lang daarna de grens met Albanië, land nummer acht van deze fietsreis. Geen EU, als enige land van mijn reis geen euro en blijkbaar ook geen mobiel internet, ondanks de aangeschafte ‘buiten EU-bundel’ van KPN. Thuis eens bellen hoe dat zit. Over wél voldane kosten en niét-geleverde diensten. Het armste land van Europa naar het schijnt. Maar volop tegenstellingen. Van de stalletjes van boeren met fruit langs de weg. Of met eieren. Of met kippen. Tot de meest luxueuze auto’s die de verrassend goed geasfalteerde hoofdweg bevolken.

Ik krijg hier een hoog Chili-déjà-vu, maar dan in Europa. De taal, het schrift, nog onbekender dan het Kroaats of Cyrillisch hiervoor. Ouderwets handen en voeten. Het deel waar ik nu zit, is Islamitisch. Al aardig wat moskeeën en minaretten gezien en de bijbehorende geluiden gehoord. Gisteren offerfeest, waardoor mijn bezoek aan een fietsenmaker in Shkodër niet mogelijk was.

Fiets heeft problemen. Er zitten scheurtjes in de velg van het achterwiel. Ook zit er een slag in sinds Duitsland, maar dat is na Dubrovnik een stuk ernstiger geworden. De planning was: Tirana halen, al zwabberend met een wiel uit balans. Remblokjes eraf achter, 70 kilometer rijden en dan in die hoofdstad een fietsenwinkel zoeken. Zonder internet te kunnen gebruiken. Maar toeval o toeval (bestaat toeval dan toch??) rijd ik zaterdagochtend door het Albanese platteland, dorpje Laç, neem ik per ongeluk een verkeerde afslag, keer om en prompt zie ik ineens een kleine fietsenwerkshop….

In mijn beste Albanees en zonder Google Translate (geen internet immers) het probleem voorgelegd. En uitsluitsel en advies gekregen: de prima mechanicien vervangt de velg. Spaken en cassette/tandwielen worden overgezet. Wat een mazzel!! Het deed me zo denken aan een pechsituatie in Chili. Ook meteen geholpen en prima service! Kosten… 20 euro. Ik heb 10 euro fooi gegegeven, want dat was dik verdiend. Wilden ze eigenlijk niet aannemen..!

Verder, eerste indruk van Albanië: verkeersgekrioel, zwaaiende en lachende kinderen naar me. Soms vuilnisstapels langs de weg. Al staan de mensen wel de straten schoon te vegen en nat te spuiten. De waterreservoirs op de daken van huizen. Enorm aardige mensen. Maar roken, roken… Deze hele regio al. En ook: mensen die je steeds aanspreken, hele straten aan autowasserettes, verkeersdrempels die niet zichtbaar zijn, auto’s midden op straat parkeren…

Ik bekijk deze hele subcultuur vanuit mijn -het westerse- perspectief en dat is natuurlijk niet helemaal eerlijk. Maar aan één paar ogen heb je hier niet genoeg: Paar 1 is om voor je te kijken, paar 2 is voor de achteruitkijkspiegel (absoluut onmisbaar!), paar 3 is om het wegdek in de gaten te houden -er ontbreekt nog wel eens een putdeksel- en verder is een gezond anticipatievermogen handig om de verrassende wendingen van het verkeer om je heen een beetje in te kunnen schatten. Mijn nieuwe achterwiel wil ik graag nog een tijdje intact houden.

We beleven weer van alles, Fiets en ik. Op weg naar ons einddoel Athene. En moraal van dit verhaal: uiteindelijk komt alles altijd weer in orde. Zelfs zonder mobiel internet.

Geplaatst in Balkan 25 | 1 reactie

BK 25.9 – JADRANSKA MAGISTRALA!

Dag 28 t/m 31: DUBROVNIK (KROATIË), di. 3 juni 2025, kilometerstand 2114.

Route: Split – Omiš – Drvenik – Ploče – grens Kroatië/Bosnië-Herzegovina- Neum – grens Bosnië-Herzegovina/Kroatië- Slano – Orašac – Dubrovnik

Ter voorbereiding op deze fietsreis had ik bij Europafietsers een reisboekje over deze streek, van Italië tot Albanië, aangeschaft. Bewust niet meegenomen vanwege het gewicht, maar wel de bladzijden digitaal op de mobiel mee. Eén notitie van de schrijver komt nog geregeld bij me terug: Teneinde de drukke kustweg te vermijden, is hij veel over de eilanden gaan rijden en anders door het binnenland. Daar zal hij ongetwijfeld ook van alles verrassends zijn tegengekomen. Maar hij mist toch de absolute schoonheid van deze kustweg, de Jadranska Magistrala (‘Adriatische kustweg’). Wát een juweeltjes van panorama’s achter elkaar! Zeg maar Noorwegen bij 26 graden. Vaak hoog boven de kustlijn, baai in baai uit, dat kraakheldere, turquoise water. Links die enorme bergpartijen en rechts pittoreske havenplaatsjes en al die Kroatische eilanden in de Adriatische Zee. En inderdaad, soms kan er aardig wat verkeer zijn. Veel motorrijders, voor wie de bochtige en hellende weg een waar walhalla is. Maar er zijn ook zat stukken waar je in je eentje fietst. Of andere fietsers tegenkomt. Vaak in tegemoetkomende richting.

Maar hoe verleidelijk het ook is, ga vooral niet te veel van die weg af, zo’n leuk havenplaatsje in. Dat er van een afstand zo schattig uitziet; kerkje, haventje, bootjes, palmbomen, bistro aan het strand… Erín komen is geen enkel probleem. Zoefzoef en je bent aan de havenkade. Erúit is een ander verhaal. Vanuit dat liefelijke idyllische plaatsje terug de hoofdweg op is het een procent of 20 vrijwel loodrecht omhoog ploeteren. Fietsduwen, terwijl je transpiratie vanuit je helm naar lager gelegen lichaamsdelen stroomt. Is maar 30 meter omhoog, is niet veel. Klopt hoor. 30 meter, dat is zo ongeveer een flatgebouw van acht etages. Wel eens geprobeerd om een fiets met bagage tegen de hoogte van zo’n gebouw op te duwen? Zonder lift hè. Sretno s tim!, zoals de Kroaten zeggen. En ik spreek uit ervaring. Want soms is het gewoon té verleidelijk om zo’n plaatsje als Drašnice te laten liggen. Of soms moet je gewoon wel om even bij te tanken. De winkeltjes bevinden zich niet overal langs de hoofdweg.

Qua prijsniveau vind ik Kroatië iets gunstiger dan bij ons. Overnachten is absoluut een stuk voordeliger als je bij particulieren overnacht. Het aanbod is echt enorm. Helemaal goedkoop was het in Bosnië (eigenlijk Herzegovina, daar). Je leert nog eens wat tijdens zo’n reis, want ik wist vooraf niet dat dat land ook een kustlijn had. Is er dus wél. Negen hele kilometers tussen de twee grensposten in.

En geen-EU, dus échte douane, mobiele gegevens voor je eigen rekening en geen Ziggo-app-televisie meer. De enige plaats in dat stukje Herzegovina heet Neum. Is meteen ook wat Scheveningen voor ons is: hele batterijen aan hotels en appartementen. Voor een prikkie (de appartementen dan). En weer even grappig: (nog) geen euro, dus even omrekenen die Bosnische Marken (deel door 2). Ik had daar werkelijk de beste overnachting van de hele reis. Studio met uitzicht op de kust, balkon, bad, ruime kamer, keuken, goed bed. De vriendelijke eigenaren vroegen voor dat alles slechts 35€…

Maar zoals gezegd, het was een kort uitstapje. Want Kroatië diende zich alweer aan. Er is nog één zuidelijke strook van dit bijzonder gevormde land en daarin is Dubrovnik de absolute toerististentrekker. Flatgebouwen, nu 12 hoog, van cruiseschepen meren aan en brengen vloedgolven aan toeristen per dag naar dit historische stadje aan de zuidkust.

Voordat ik Dubrovnik ging bezoeken (pauzedag vandaag), eerst even een bezoekje aan de fietsenservice aldaar. Zeg maar de Kroatische collega van firma Floris uit Oudorp. Kan geen kwaad om na 2000km even naar wat zaken te laten kijken. Met name mijn kleinste versnelling haperde en dat is met klimmen een gemis. Ik kom nog wel boven, maar het kost me dan even te veel kracht. En die versnelling heb ik er niet voor niets op laten zetten. Verder meteen wat andere zaken gecheckt; de remmen (slijten behoorlijk hier), klein slagje in het wiel, derailleur. Fiets kan er weer tegenaan, de rest van de reis.

Dubrovnik dan zelf. Nog niet zo enorm lang geleden (1991) kwam de stad onder vuur te liggen van Servisch geschut, tijdens de Kroatische onafhankelijksstrijd. Kun je je toch niet voorstellen als je er nu zó, badend in de zon en genietend als toerist rondloopt…

De stad zelf telt 40.000 inwoners maar wordt dagelijks door naar zeggen tienduizend toeristen bezocht. En dat is te merken aan de drukte in dit stadje. Cruiseschepen zoals genoemd, bussen, bussen, bussen, auto’s vanuit zo’n beetje heel Europa (zelfs Noren gezien). En bussen en bussen. En een enkele fietser. Toeristen komen alleen voor dat éne plekje: de oude binnenstad. Volledig omheind door de oude stadsmuur. Waar je genoeglijk over kunt flaneren. Voor de nietsverhullende toegangsprijs van 40€. Of kabelbaan omhoog voor mooi uitzicht. Voor 35€. Dat uitzicht heb ik morgen ook, als we weer verder fietsen. Maar gratis. Ook de tourist Information doet mee. Een plattegrond van de stad? Velletje A4. Geen probleem hoor, 2 euro, hvala! Zei ik eerder dat het prijsniveau in Kroatië wat lager ligt dan bij ons? Hier in Dubrovnik is het plukken wat er geplukt wil worden. Ik zorgde ervoor dat ik vanmorgen om half 9 al in de Stare Grad was -oude stad- en toen kon ik nog aardig fotograferen zonder al te veel mensen erop. Zie de foto’s op deze website (klik in de zwarte menubalk hierboven). Boottochttje gedaan. Tegen 12’en was het een mensenmassa van jewelste met de Aziatische medemens voorop. Die zich traditiegetrouw weer in allerlei bochten wringen om zichzelf en de hele groep op de digifoto te krijgen. Wat een immense drukte! En dan is het gewoon nog maar een dinsdagochtend begin juni…! Gauw wegwezen voor mij, inkopen doen en naar m’n appartement toe. De middag benutten voor relaxdingen (zoals dit verslag schrijven).

Morgen weer verder fietsen. De route naar Athene is nog lang, maar wordt wel steeds korter. Zin in omdoor te gaan! Het weer blijft geweldig meezitten, 26 graden is uitstekend te doen. Kroatië is nog zo’n 40 kilometer lang en vervolgens zullen de wat kleinere landen, waar ik allemaal nog nooit geweest ben, elkaar in redelijk tempo opvolgen. Te beginnen Montenegro.

Geplaatst in Balkan 25 | 2 reacties

BK 25.8 – LANGS DE DALMATISCHE KUST

DAG 24 t/m 27 – SPLIT, vr 30 mei 2025 Kilometerstand: 1896.

Route: Novalja – Pag – Zadar – Biograd na Moru – Šibenik – Primošten – Split.

Het is mooi en pittig fietsen in Kroatië. We zijn inmiddels aangekomen in Split, Fiets en ik. Split is een havenplaats en qua inwonersaantal de tweede stad van Kroatië. De officieuze hoofdstad van Dalmatië. Net als andere plaatsen die ik hier bezocht heb, een toeristentrekker, ook vanwege de eeuwenoude historie. Grieks, Romeins, Venetiaans. Steden als Zadar, Trogir, Šibenik en nu dus Split. Fraaie plaatsen waar je zo een week stedentrip voor uit kunt trekken.

We waren gebleven op de eilanden. Het laatste eiland van het vorige verslag was Pag. Een langgerekt, kaal en winderig eiland. Maar mooi! Overnacht in Novalja, een soort Zandvoort aan Zee. Niet echt voor mij. Een zwaar en tegenwinderig stuk maar via een enorme afdaling het pittoreske plaatsje Pag zelf bereikt. Interessant: flinke zoutmeren daar. Het zout uit Pag moet van hoge kwaliteit zijn, vanwege de combinatie van unieke omstandigheden op het eiland. Ik zal er eens op gaan letten.

Vervolgens Zadar bereikt. Zoals al genoemd, ook deze stad met een uitgebreide historie. Meest recent nog beschietingen in 1991, op gevels van sommige flatgebouwen waren nog inslagen te zien. In grote tegenstelling de oude binnenstad. Smalle steegjes, Romeinse resten, fraaie architectuur, kathedraal en dat alles binnen een eeuwenoude stadswal. Een van de highlights tot nu toe.

Een andere highlight werd een bezoek aan de befaamde meren van Plitvice en het National Park. In het Kroaats Plitvička Jezera. Te ver afgelegen om naar toe te fietsen, maar al struinend door Zadar viel mijn oog op de mogelijkheid om daar met een excursie naartoe te gaan. Was niet gepland, maar des te leuker om zoiets onverwacht te doen.

Het werd een topdag! Natuur en weer in opperbeste combinatie. Met de toeristenbus heen, twee uur. Vijf uur door het National Park wandelen en klauteren. Genieten van de meren (kraakhelder blauw) en van alle watervallen, van klein tot groot. Zestien meren en negentig watervallen. Het leverde betoverende plaatjes op, op het netvlies en op deze website. Tegen zes uur waren we weer terug in uitvalbasis Zadar. Een heleboel fraais toegevoegd aan deze toch al rijkervaren reis. Nog even aldaar op de valreep twee setjes remblokjes gekocht, toen ik per toeval een fietsenwinkel als bij ons Floris ontdekte. Geen overbodige luxe, de remblokjes die dezelfde Floris er nieuw op had gezet bij Fiets, raken al aardig af in al dit afdaalgeweld hier.

Na Zadar en Plitvice ging het verder naar het zuiden, nu weer een tijdje over de kustweg. Weer zo’n fraaie stad en een van de oudste steden van Kroatië bezocht en bezichtigd; Šibenik. Met weer zo’n fraaie en indrukwekkende oude binnenstad. En langs de kust steeds maar weer de uitzichten en panorama’s over de Adriatische Zee met al die eilanden erin.

Vandaag dan Split bereikt. De aanloop met havens, industrie en vliegveld was niet geweldig. De binnenstad verrast des te meer. Split is havenstad en thuisbasis van Hajduk (dit gaat over voetbal). Tot mijn verrassing waren vandaag alle winkels dicht. 30 mei, nationale feestdag in Kroatië. Gelukkig een enkele pekara (bakkerij) nog wel geopend, dus het dreigende voedingsprobleem was snel opgelost.

Na de zondvloed in Slovenië waar ik eerder over berichtte is het weer enorm verbeterd. Nu alweer de hele week zon met elke dag een graad of 23. Wel wat wind -open zee tenslotte-, soms wat fladderig, meestal in de goede richting voor mij. Wel zo fijn met die hellingen want daar zijn er nogal wat van. En vaak steil ook. Valt op dat het vanaf ’s ochtends vroeg prachtig mooi weer is (al vanaf 6 uur kraakhelderblauw), maar dat het gaat bewolken in de loop van de middag. Vanuit de bergen betrekt het dan, komt er meer wind en af en toe lichte regen. Een bekend meteorologisch fenomeen. Heb ik in de Tatra, in de Alpen en ook in de USA meegemaakt.

En zo, al peddelend langs de Dalmatische kust, schiet Kroatië ook alweer op. Dit merkwaardige land wat oppervlakte betreft (vorm van een boemerang) loopt langs “mijn” kust steeds smaller af. Onderbroken door een stukje Bosnië, waar ik binnenkort doorheen zal komen. Ik had eerst wat twijfels over de kustweg, de Jadranska Magistrala, en die twijfels betroffen dan het verkeer. Maar ik kan me goed fietsende houden en het asfalt is gewoon best in orde. Brede weg, en qua verkeer is het te doen. Soms wat drukkig maar er zijn ook genoeg stukken waar het rustig is. En bovenal, het uitzicht is werkelijk fenominaal. Het strakblauwe water, de baaien, de dorpjes. Volop genieten. En dus heb ik met Fiets afgesproken om niet meer te gaan eilandhoppen, maar om deze kustweg te volgen tot aan Dubrovnik, waar het land zo ongeveer eindigt. En van daaruit zal het volgende verslag gaan komen. Vidimo se uskoro!

Geplaatst in Balkan 25 | 3 reacties

BK 25.7 – KROATIË IN

DAG 21, 22, 23: NOVALJA / PAG (KROATIË), ma. 26 mei 2025, km.stand 1652.

Route: Ljubljana – Postonja – Ilirska Bistrica – grens Slovenië/Kroatië – Rijeka – Krk – Rab – Novalja/Pag.

Het is zomaar een van de vragen van De Slimste Mens-app: noem 10 eilanden voor de Kroatische kust. Met de atlas op schoot kom je een heel eind, keuze genoeg. Ik kan inmiddels ook een aardig rijtje uit m’n hoofd opnoemen.

De eerste twee dagen in Slovenië waren zo ongeveer in het water gevallen. Kort na vertrek uit de hoofdstad Ljubljana (eerst nog bij 8 graden, brrr) brak de zon door en die is sindsdien niet meer weggeweest. Zo werd de derde en laatste dag door Slovenië een traktatie. Wat is de natuur dan toch fraai en wat komen de dorpen en plaatsen toch een stuk vriendelijker eruit te zien. Veel heuvels, veel groen, een enkele pas (600 meter). De route golfde door het landschap, zoals de kuilen in het wegdek. Want daar valt nog wel wat te verbeteren in dit lieve land. Waar je overigens ook zó doorheen bent; Slovenië is ongeveer de helft van de Nederlandse oppervlakte. Volgende en zesde land van deze reis: Kroatië.

Daar binnenkomen betekende voor Fiets en mij naar binnen zoeven. Vanuit de Sloveense heuvels ging het naar Rijeka aan de Adriatische kust 25 kilometer gestaag omlaag op een mooie zomerse zondagochtend. Eerste blik op de blauwe zee met Opatija in de diepte was zo’n MasterCard-moment. Zoiets als Wauw!

Er zullen nog veel van die panorama’s gaan volgen, want van hier af aan is de zee nooit ver weg. Voor de argeloze lezer thuis, denk ajb niet dat een leuke weg langs de kust op de wegenkaart of in de atlas betekent dat de weg lekker vlak langs het water of het strand gaat, de hele tijd. O nee. Wie wel eens langs de kusten van bijvoorbeeld Frankrijk of Engeland of Noorwegen heeft gefietst, weet dat het continu op en af gaat. En dan niet zoals bij ons in de duinen, nee, de weg gaat 100 à 200 meter omhoog. Om daarna weer naar zeeniveau terug te vallen. Goed te doen zijn de percentages van 3 a 4%, maar boven de 8% wordt het wat serieuzer allemaal. De afdaling is vervolgens natuurlijk weer enig. Maar veel te kortdurend. Waarna de volgende klim zich alweer aandient. Zodat het gevoel ontstaat dat je de hele dag aan het klimmen bent. Maar ja, ik heb er nog lol in en de benen hebben in Duitsland en Oostenrijk al lekker wat spierkracht bijgetankt.

Eenmaal in Kroatië kun je ervoor kiezen om de gehele kustlijn te volgen, van Rijeka tot aan Dubrovnik. Thuis had ik vernomen dat dit nog wel eens een drukke weg wil zijn. Dus koos ik ervoor om eerst maar wat te gaan eilandhoppen. Die vraag uit De Slimste Mens inderdaad. Leuke, toeristische eilanden die je per ferry kunt bereiken -met wat gepuzzel- en zonder al te veel verkeer. Totdat het zondagmiddag eind mei is en van alles verkeer heeft besloten het (mijn eerste) eiland Krk te bezoeken. Lokale Kroaten, Slovenen, caravans uit Nederland, der Deutsche Camper-verein, idem die uit Oostenrijk [niet dat ik ze allemaal persoonlijk ken; ik kijk nog wel eens naar de kentekens]. Kortom: een drukte van jewelste waarbij je je twee dingen afvraagt: (1) waar moeten al die mensen naartoe op zo’n eilandje? en (2) waarom gaat iedereen er meteen weer vanaf?? Misschien dat ze met z’n allen júist de kustweg vermeden hebben, omdat die -net als ik dacht- druk zou zijn, waardoor het daar juist weer rustiger is… we zullen het zien. Ik ga eilandhoppen en op andere stukken de kustroute doen.

Vandaag van Krk naar Rab (erg leuk en totaal niet druk) en als laatste naar Pag, waarbij je je de eerste kilometers op een compleet maanlandschap waant. Bij een strakblauwe lucht en een temperatuur die opgelopen is tot 23 graden. Het lijkt wel zomer. En de weersverwachting ziet er ook oke uit.

Overnachten doe ik vanaf Slovenië bij particulieren. Er worden hier zoveel ‘apartman'(s) aangeboden, tegen aardige prijs en prima kwaliteit biedend, dat mijn keuze om de tent niet mee te nemen, terecht is geweest. Kun je ook nog eens zelf koken, zoals nu. Aan de ravioli met aangevulde groentes en saus.

Ruim 1600 kilometer gefietst inmiddels, ruim 3 weken bezig. Ik denk dat ik hier bijna op de helft van mijn einddoel Athene ben. Ik ben niet de enige enthousiasteling die dat doel voor ogen heeft. Met de fiets dan. Ik heb al meerdere fietsgenoten ontmoet die dezelfde kant op gaan of juist vandaar af naar het noorden aan het rijden zijn. Ervaringen uitwisselen en weer doorpeddelen.

Tot het volgende verslag! En vergeet niet naar de foto’s te kijken die ik op deze website plaats. Klik in de zwarte menubalk en er verschijnen al aardig wat plaatjes van tot nu toe. Veel meer in ieder geval dan de paar die ik in dit weblog plaats.

Geplaatst in Balkan 25 | 2 reacties

BK 25.6 – WATERBALLET IN SLOVENIË

DAG 17, 18, 19, 20. LJUBLJANA (SLOVENIË), vrijdag 23 mei 2025. Km.stand 1421.

Route: Schwarzach – Mallnitz – Spittal an der Drau – Villach – Grens Oostenrijk/Italië – Tarvisio – Grens Italië/Slovenië- Kransjka Gora – Kranj – Ljubljana.

Het vorige verslag stopte waar Fiets en ik ook moesten stoppen; bij de doorsteek door de Hohe Tauern, deel van de Oostenrijkse Alpen. De Ciclovia (Alpe Adria Radweg), de fietsroute van Salzburg naar Triëst, werd daar onderbroken wegens onderhoud aan de Tauerntunnel.

Geen 6 km Fiets op trein, maar nu een omweg met de bus van drie uur. Hoewel de bus veel te laat kwam, ging het vervoer prima. Ik telde wel dertig medeslachtoffers die tegen hetzelfde probleem aan waren gefietst. Ik heb me laten afzetten in Mallnitz op 1180m hoogte. Daar waar ook de trein zou zijn uitgekomen. Met een spetterende afdaling -topsnelheid boven de 70…- het dal in, naar Spittal, aan alweer een rivier, de Drau. Karinthië in. Veel meren. Herinneringen aan vroeger. Met mijn ouders daar ooit op een camping gestaan. En weggespoeld. Dit bruggetje wordt zo wel duidelijk.

Villach bezocht. En vervolgens de curiositeit door drie landen binnen anderhalf uur te befietsen: Oostenrijk uit, Italië in, even Tarvisio bezocht en vervolgens land nummer vijf in van mijn reis: Slovenië.

Dat ging trouwens over een fantastisch fietspad. Voormalig treintracé met geheel glad asfalt. Langzaam maar gestaag klimmen tot boven de 800 meter en uiteindelijk uitkomend in wintersportoord Kransjka Gora. Daar trakteerde ik mezelf op een heerlijk hotel/resort met een uitzicht waar je elke dag wel wakker mee wilt worden: de Julische Alpen (zie plaatje). Ruim twee weken prima fietsweer gehad.

De volgende dag -gisteren- was er van al dat moois niets meer te zien. De weersvoorspellingen waren al een paar dagen dubieus, maar ik ontsprong steeds net de natte dans. Deze dag helaas niet. De eerste volledige dag in Slovenië werd een waterballet van jewelste. Op de weerkaarten was goed te zien dat er een enorm lagedrukgebied over dit gebied trok en dat hebben Fiets en ik geweten. Het werd stroomopwaarts als we aan het klimmen waren en stroomafwaarts omlaag. Omdat de fietsroute hier door allerlei kleine plaatsen met hellingen tussen de 10 en 17% ging, moest Fiets enorm zijn best doen om telkens elke kleddernatte bocht te halen. De remmen hielden het maar nét. Remblokjes hè, geen schijfremmen, Fiets is nog wat traditioneel ingesteld. Het kost behoorlijk wat remvermogen om een gewicht van 80 kilo (ik) plus Fiets 15 kilo plus bagage 15 kilo op de weg te houden… komt er ineens een gevaarte van 110 kilogram in afdaling van 15% op kletsnat bergweggetje een smal bochtje ingedoken…. Ja ja, fietsvakantie kan best spannend zijn hoor. Maar uiteindelijk, na 75 kilometer peddelen en zompen door deze Sloveense zondvloed, werd Ljubljana bereikt;

de hoofdstad van dit verder gerust wel lieve land (ik ben er eerder geweest). Het was nog even zoeken naar het door mij al gereserveerde appartement. Want??, hoezo afhankelijk van de mobiel…?? Die gaf plots nog maar 2% accu aan en vind dan nog maar binnen vijf minuten de weg in zo’n grotere plaats. We zijn het niet meer gewend. Al is deze stad nog niet zo groot als Utrecht. Maar toch, met vragen, tekeningetje, aanwijzingen, en dat alles in mijn beste Sloveens, stond ik om half 6 volledig doorweekt voor mijn overnachtingsadres. Naar goed gebruik van vakantiefietsers (sorry, ik moet even voor mezelf -en Remco- spreken) was de kamer in een mum van tijd omgebouwd tot een ruimte waar het leek alsof er kort daarvoor een ontploffing was geweest. Overal ligt en hangt alles te drogen en de gevolgen van de waterhoos van gisteren bekijk ik vandaag. Een pauzedag, inderdaad. Nog wel wat netjes en kil. De stad bekijken, Fiets checken en bijwerken. Alles herinpakken en dan morgen weer doorfietsen, naar het zuiden. Slovenië hoort bij de Balkan, dus je zou kunnen zeggen dat mijn eerste doel bereikt is.

Maar nu nog verder! Kroatië in en dan zien we wel hoever we komen. Athene is het einddoel. Met 1400 kilometers tot nu toe is dit nog geeneens de helft. Maar, los van de mindere weersomstandigheden nu even, veel te klagen heb ik niet. Fiets gaat top, ik ben prima en er komen ongetwijfeld weer zonniger tijden aan!

Geplaatst in Balkan 25 | 3 reacties

BK 25.5 – DE ALPEN DOOR

DAG 13, 14, 15, 16. SCHWARZACH IM PONGAU (OOSTENRIJK), ma 19 mei 2025. Km stand: 1206.

Route: München – Wasserburg a/Inn – Waging am See – Freilassing – grens Duitsland/Oostenrijk – Salzburg – Hallein – St.Johann im Pongau – Schwarzach im Pongau.

In dit verslag één pauzedag en drie fietsdagen, waarin Duitsland werd ingewisseld voor Oostenrijk. Met heuse grenscontroles op de brug over de rivier Salzach. Alleen voor wie Duitsland ín wil. Fiets en ik willen er juist úit, zijn weer toe aan een nieuw fietsland na bijna 1000 kilometer door ons buurland te hebben gereden. De pauzedag was bestemd voor de Beierse hoofdstad München. Grote stad waar ik nog nooit ín was geweest, wel een aantal keren vlakbij. Even wat nuttige (nieuw gastankje, nieuw fietsslot) zaken met aangename (toeristische) combineren. Het kolossale en schitterende raadhuis op de Marienplatz, het Olympische park en slot Nymphenburg maakten de meeste indruk. Verder als in zoveel grotere steden een hoog gehalte berooiden en verslaafden en een enorme internationale mengelmoes aan nationaliteiten, waarbij de autochtone Duitse verreweg in de minderheid is. En druk. Zoals me wel vaker op fietsvakantie overkomt: even té druk. Dus: interessant om er geweest te zijn, maar goed om er weer te vertrekken.

De laatste kilometers in Duitsland gingen door fraai glooiend landschap zonder al te veel kuitenbijters. Het bleef allemaal zo rond de 500 meter boven zeeniveau schommelen en het reed gewoon lekker door. Gesteund door nu een westenwind en over goed asfalt. Met geregeld fietspaden. ’s Avonds in het overnachtingsadres (meestal gasthof of hotel) gewoon de Nederlandse televisie kijken, op de mobiel. Handig hoor, de Ziggo-app. Een sensationele voetbalontknoping meebeleven en JJ het Songfestival zien winnen voor Oostenrijk. Tijd voor deze echte JJ om datzelfde land maar eens te gaan verkennen.

Die Duits-Oostenrijkse grens passeerde ik gisteren dan bij Freilassing. Om binnen een kwartier in het centrum van Salzburg te staan. Precies waar Remco en ik vorige zomer ook waren. Toen alleen met de auto, bloedheet en gigadruk. Nu kon ik moeiteloos en zonder medemensen mijn staatsiefoto’s aldaar laten maken. Voor de Dom en samen met, uiteraard, muziekvriend Mozart. Prachtige stad, Salzburg. Maar ik besloot hier nu niet te overnachten of te pauzeren.

Mijn weg verder vervolgd in zuidelijke richting, langs de rivier de Salzach. Er lopen hier verschillende fietstrajecten. De Tauernradweg en de Alpe-Adria-Radweg. Die overlappen elkaar gedeeltelijk. Stijgen in ieder geval gestaag in hoogte. Van Salzburg (440 m/h) naar waar ik nu zit op 600 m/h. Daarmee zijn we de Alpen nog niet over. Ik had voor de Brennerpas kunnen kiezen (die is 1000 m boven zeeniveau), maar die heb ik eerder al in beide richtingen gedaan. Ook de Großglockner er iets naast heb ik eerder gefietst. Dus nu gekozen voor het gemak van de Tauerntunnel, lengte bijna 9 kilometer.

Via plaatsen als St. Johann im Pongau, Dorfgastein en Bad Gastein bereik je deze tunnel. Met links en rechts reuzen van bergen. Maar helaas helaas, die tunnel blijkt tot half juli te zijn afgesloten wegens onderhoud. Dus Fiets in Trein gaat niet door, het alternatief wordt door de OBB aangeboden voor dezelfde prijs (10€): Fiets in Bus(aanhanger). En die gaat morgenochtend vanaf hier, dit bergdorp waar ik een super de luxe appartement heb gearrangeerd, tegen een mooi prijsje.

Morgen weer verder, hoe mooi Oostenrijk ook is, lang zal ik er niet in fietsen. Het volgende verslag komt alweer uit een land verder, Slovenië.

Geplaatst in Balkan 25 | 1 reactie

BK 25.4 – VIA DE ROMANTISCHE STRAßE NAAR MÜNCHEN

DAG 9, 10, 11, 12 – MÜNCHEN, do. 15 mei km. stand 990

Route: Würzburg – Ochsenfurt – Rothenburg ob der Tauber – Dinkelsbühl – Nördlingen – Donauwörth – Aichach – Dachau.

Vier dagen verder en zo’n 270 kilometer naar het zuidoosten. Vanaf Würzburg volg ik de Romantische Straße, een route van 500km van midden naar zuid. Die route gaat door allerlei middeleeuwse steden en plaatsen. De een na de ander gekenmerkt door kleurige handels- en vakwerkhuizen. En met dit weer komen die kleuren extra fraai tot leven. Enige nadeel voor de argeloze fietstoerist: elke Stadtmitte ligt bezaaid met kinderkoppen waar ze in Noord-Frankrijk jaloers op zouden zijn. Amper mogelijk om op te lopen zonder door je enkel te gaan, laat staan een rondje met bagagefiets doen. In Rothenburg (ób der Tauber) werd ik door een inwoner van die plaats vriendelijk welkom geheten op de ‘Parijs-Roubaix in Duitsland’.

Na een aantal ervaringen (en een lekke band) kies ik er nu maar voor om Fiets ergens te parkeren en de plaats maar verder wandelend te verkennen. Würzburg, Rothenburg, Nördlingen, Harburg, Donauwörth en de mooiste wat mij betreft Dinkelsbühl. Veel met vestigingswallen en toegangsTurmen. Tussen de plaatsen door kun je je prima per fiets vermaken. Het gaat veelal door glooiend open land, door de graan-, asperge- en nu prachtig geel kleurende koolzaadvelden en door kleine gehuchten. Vaak over prima wegen en fietspaden, soms ook over stukken stenen en kuilen (het woord gravel is té veel eer ervoor) en soms word je, de fietsbordjes braaf volgend, midden door een bos gestuurd, waar ik als bagagefietser nou niet zo dol op ben.

De Romantische Straße eindigt bij Slot Neuschwanstein, in het diepe zuiden van Duitsland. Daar zijn Remco en ik vorig jaar al geweest, dus ik kies er nu voor om die Straße te verlaten bij Rain en naar München te gaan.

Ik noemde al één lekke band. Opgelopen op de kasseien vlak na Würzburg. Geheel volgens de Wet van Murphy gebeurt er dan binnen korte tijd meer onheil. Werkelijk 10 kilometer verder wéér lek. Nu een klein stukje glas de boosdoener. Gebeurt me niet vaak (Amerika uitgezonderd…), al hoort het natuurlijk bij een fietsavontuur. Het herstelgedoe duurt even; alle bagage eraf, reparatiespullen erbij. Wiel eruit. Buitenband eraf, band checken, nieuwe binnenband erin (de lekke plak ik ’s avonds wel). Dan weer alles terugdoen. Vooral lastig om de stugge buitenband er weer omheen te krijgen (met m’n artrosehandje…). Heel vriendelijk ook, terwijl ik aan het repareren ben, is er een aantal keren gestopt door andere fietsers en automobilisten met de vraag of ze me konden helpen. Bij een fietsenwinkel in Nördlingen nog even langsgeweest om remmen en achterwiel te checken.

De laatste paar dagen kom ik niet meer aan enorme stukken toe. Mijn streefaantal kilometers per dag is 80. Dat is hier een hele klus. Het zit hier zo langzamerhand op een hoogte van 500 meter boven zeeniveau. Geen klimmen van langzaam en gestaag -wat mij goed ligt-, maar het gaat hier continu steeds meer venijnig omhoog dan dat het afdaalt. Zeg maar 30 meter op (12% was de steilste) en dan weer 20 naar beneden. Al blijft het zoeven van de wind door je helm in zo’n afdaling een van de meest gelukmakende ervaringen van zo’n fietsreis. Daarbij tot mijn geluk de beleefdheid van de Duitse automobilisten dat ze achter je blijven rijden en ware dames/heren in het verkeer zijn. Ik heb het wel eens anders meegemaakt.

Over het weer weinig nieuws: het is en blijft een opmerkelijke start van het fietsvoorjaar. Twaalf dagen onderweg en elf daarvan zon. Juist alleen vandaag is het met 16 graden iets koeler en wat bewolkt. De wind kwam eerst uit oost (tegen), maar vandaag plots uit noordwest en vol in de rug. Via Dachau -getekend door uiterst donkere historie- heb ik vandaag na in totaal een kleine 1000 kilometer de Beierse hoofdstad München bereikt. Geregeld met de auto eromheen gereden, maar nooit echt bezocht. Dat gebeurt nu dus. Ik neem hier even wat pauze om lijf en Fiets wat rust te gunnen. Benieuwd hoe die stad eruit ziet.

Deel mijn fotogeluk door in de zwarte balk hierboven te klikken. De foto’s verschijnen vanzelf en als je erop klikt, worden ze vergroot. Het allergrootste deel van Duitsland heb ik nu gehad. Mijn volgende verslag zal uit Oostenrijk komen. Servus!

Geplaatst in Balkan 25 | 4 reacties

BK 25.3 – VAN DE RIJN NAAR DE MAIN

DAG 6,7,8 – WÜRZBURG, zo. 11 mei 2025 – kilometerstand 705.

Route: Bacharach – Bingen am Rhein – Mainz – Groß Gerau – Darmstadt – Wertheim – Würzburg.

Wat een schitterend weer zo in het begin van deze fietsreis. Het is al boven de 20 graden. Begin mei… en dat terwijl ik naar het zuiden fiets, de echte warmte moet nog komen. Volop zon en nauwelijks wolken, het maakt de natuur en de plaatsen onderweg extra mooi. Enige dissonant deze dagen is de wind. Was die eerst nog mijn vriendje (noord), nu al vier dagen uit oost en omdat ik nu nét grotendeels die kant op ga, dus tegen. En best pittig ook, zeker als het nog omhoog gaat. Maar zonder strijd geen overwinning, heb ik ooit op IJsland geleerd, dus dat komt elke dag ook wel weer goed.

Mijn vorige verslag kwam vanaf de Rijn. Die ben ik na Mainz kwijtgeraakt en heb die ingewisseld voor de Main. Een bijzonder kronkelige zijrivier die bij -uiteraard- Mainz in de Rijn stroomt. Mainz, mooie stad. Ik trof het alleen net niet met markt op de Markt, dus kaasmarktachtige drukte daar.

Van Mainz naar Darmstadt. In die Alkmaarse zusterstad was ik vorig jaar ook al, om de reis van dit jaar en beetje voor te bereiden. Maar na Darmstadt ging ik een heel andere kant op dan vorig jaar. De richting is nu oost/zuidoost en zo ben ik langzamerhand in het midden van Duitsland terechtgekomen. Het Odenwald door, daar de eerste serieuze hellingen. Met wind tegen dus. Steeds meer richting oost, uitkomend bij de Main. Verbluffend goed fietspad langs die rivier. Echt: in dit gedeelte van het land hebben onze oosterburen hun best gedaan om een fraai fietsersnetwerk neer te leggen. En net zoals langs de Rijn: daar zijn ze plots weer! De kuddes pensionado’s op hun elektrieke fietskes. Braaf peddelend langs de vlakke rivieroevers. Zodra er ook maar even wat écht geklommen moet worden, zijn zij er niet meer en resten alleen nog aardig wat Duitse wielrenners en zo’n gele pensionado uit Nederland, de enigen zonder elektrieke ondersteuning. Een bus van Kras met fietsaanhanger is al gesignaleerd. Langs de oevers van de rivier.

Het fietspad langs de Main kronkelt als een tuinslang onder druk alle kanten op. De ene vijf kilometer is de wind in de rug, de andere acht juist weer tegen. Via pittoreske plaatsjes als Miltenberg en Wertheim ben ik vandaag aangekomen in Würzburg. Beieren inmiddels. Het heeft wat weg van Heidelberg, vorig jaar. Fraai hoor! Rivier, brug, vesting, flinke kerken/dom/kathedraal (een geloofsliefhebber kan hier zijn geluk niet op). En vooral mensen. Menschen. Überall.

Ik trakteer mezelf hier op een halve pauzedag om de stad te bekijken en AZ eveneens. Via de Ziggo-app.

M’n eerste fietsweek zit er nu op. Behalve over de tegenwind valt er helemaal niets te klagen. Elke dag rijd ik tussen de 80 en 100 km en daarmee mooi op schema (planning was in ieder geval 80 km per dag). Vanaf Würzburg gaat het morgen verder naar het zuiden. De Romantische Straße volgen en dan richting München. De weersvooruitzichten zijn onverminderd fraai.

Geplaatst in Balkan 25 | 1 reactie